Cookie notice
Wij gebruiken analytische cookies om onze dienstverlening te verbeteren. Lees ons Cookiebeleid
Tegen 30 juni van dit jaar moeten alle gebouwen die sinds 2021 gedurende één of meerdere jaren meer dan 1 GWh/jaar aan elektriciteit van het net halen, voorzien worden van zonnepanelen. De panelen moet tegen eind juni effectief in dienst zijn.
Voor overheidsgebouwen geldt de verplichting voor een afname van meer dan 250 MWh/jaar en vanaf 2026 al vanaf meer dan 100 MWh/jaar.
De afname per kalenderjaar zoals bekend bij de netbeheerder bepaalt of een EAN- afnamepunt en bijhorend(e) gebouw(en) onder de verplichting vallen.
De horizontale geprojecteerde dakoppervlakte van de gebouwen die verbonden zijn met het EAN-afnamepunt wordt in rekening gebracht: hoe groter de dakoppervlakte, hoe hoger het piekvermogen aan zonnepanelen dat vereist is.
Onder deze verplichting wordt een gebouw gedefinieerd als een duurzaam bouwwerk, vast met het aardoppervlak verbonden, dat geen kunstwerk is.
Niet-duurzame constructies zoals tenten of ondergrondse verkeerscorridors zoals tunnels worden niet beschouwd als een gebouw. Als boven een ondergrondse verkeerscorridor een gebouw gevestigd is, wordt dat gebouw wel in acht genomen voor de PV-verplichting.
Bergruimtes, carports, rookruimtes, overdekte fietsenstallingen, containers, serres, boogloodsen, afdaken en luifels tussen fabriekshallen, ondergrondse parkeer- gelegenheden overdekt met een plein, … worden beschouw als gebouwen omdat dit duurzame bouwwerken zijn, verbonden met het aardoppervlak, die geen kunstwerk zijn.
Om onder de verplichting te vallen moeten de installaties in of aan het gebouw elektriciteit afnemen van het net op het EAN-afnamepunt. Een afdak zonder verlichting of andere technische installaties bijvoorbeeld, wordt niet in rekening gebracht bij het bepalen van de dakoppervlakte. Een fietsenstalling met verlichting of oplaadpunt wordt wel meegerekend.
Eigenaars, erfpachters of opstalhouders van de gebouwen verbonden met het EAN-afnamepunt moeten zorgen voor de nodige zonnepanelen. Zij moeten zelf jaarlijks nagaan of ze aan de verplichting moeten voldoen.
Als er meerdere partijen eigenaar, erfpachter of opstalhouder zijn, zijn zij in solidum onderworpen aan de verplichting en moeten zij zelf onderling een regeling treffen.
Overheidsgebouwen zijn gebouwen waar een overheidsinstantie enige eigenaar, erfpachter of opstalhouder is en omvat alle gebouwen voor: Federale, Vlaamse, provinciale, gemeentelijke en verzelfstandigde agentschappen, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, politie- & hulpverleningszones, overheidsbedrijven, onderwijsinstellingen en welzijns- en gezondheidsvoorzieningen.
Gebouwen die onder de verplichting vallen moeten uiterlijk 30 juni 2025 minstens 12,5Wp/m² aan zonnepanelen in dienst hebben. Om de netbeheerder de nodige tijd te geven voor de keuring, worden de zonnepanelen dus best ten laatste in april geplaatst.
Vanaf 2030 moet er minstens 18,75Wp/m² in dienst zijn, vanaf 2035 minstens 25Wp/m² dakoppervlakte. Dit laatste stemt ongeveer overeen met 12% van de dakoppervlakte die moet voorzien worden van zonnepanelen, uitgaande van panelen van 400Wp.
Kort samengevat moeten de zonnepanelen in dienst genomen worden op 1 januari van het vierde jaar dat volgt op het kalenderjaar waarop de afnamedrempel wordt overschreden.
De zonnepaneleninstallatie mag op het dak of aan de gevel van de gebouwen die verbonden zijn met het EAN-afnamepunt geplaatst worden.
Het is ook toegestaan om de installatie te plaatsen:
op de site van het EAN-afnamepunt, of op een andere site dan de eigen site op voorwaarde dat deze installatie levert aan een directe lijn die is verbonden met het EAN-afnamepunt.
Behalve het plaatsen van het nodige vermogen aan zonnepanelen, zijn er ook andere manieren om te voldoen aan de verplichting. De data voor indienstname van de verstrengingsstappen blijven ook hier gelden. Er kan slechts 1 alternatief per verstrengingsstap toegepast worden.
Windturbine
Het nominaal vermogen van de windturbine wordt als volgt bepaald:
piekvermogen PV x vollasturen PV/ vollasturen wind = piekvermogen PV x 900 / 2610.
BioWKK
De plaatsing van bioWKK voldoet als het gaat om verbranding van biomassa of biogas, niet biomethaan.
Voor de bioWKK is het nominaal vermogen:
piekvermogen PV x vollasturen PV / vollasturen bioWKK = piekvermogen PV x 900 / 8150.
Participatie-overeenkomst
Indien voor de participatie-overeenkomst wordt gekozen, moet het gaan om een indienstname na 01/01/2023 en de installatie mag niet geplaatst worden om aan andere regelgeving uit energiebesluit te voldoen (bv. EPB/EPC).
Installaties die hiervoor in aanmerking komen zijn:
De bijhorende financiële bijdrage (die betaald moet zijn tegen de uiterste data van de verplichting, waarvan de eerste dus 30 juni 2025) bedraagt minstens:
Andere alternatieven
De Vlaamse regering werkt momenteel aan een herziening van de verplichting waarbij onder andere het plaatsen van een warmtepomp, een fotovoltaïsch-thermische installatie en een geconcentreerde zonnethermie-installatie onder bepaalde voorwaarden ook in aanmerking komt.
Het benodigde piekvermogen kan afgetopt worden op basis van de elektriciteitsafname in het eerste jaar dat 1 GWh/jaar werd overschreden, of op basis van een actuele netstudie.
Elektriciteitsafname
Het benodigde piekvermogen mag afgetopt worden tot 35% van de afname in het jaar dat meer dan 1 GWh van het net werd afgenomen (of 250 MWh in het geval van overheidsgebouwen) en dit op basis van 900 vollasturen.
Bv. In 2021 werd op jaarbasis 1,1 GWh verbruikt. De totale dakoppervlakte van de gebouwen die verbonden zijn met het EAN-afnamepunt bedraagt 20 000m².
Uiterlijk 30/06/2025 indienstname van minstens 12,5Wp/m² x 20 000m² = 250 kWp PV
Uiterlijk 01/01/2030 uitbreiding naar minstens 18,75 Wp/m² x 20 000m² = 375 kWp PV Uiterlijk 01/01/2035 uitbreiding naar minstens 25 Wp/m² x 20 000m² = 500 kWp PV
Het in dienst te nemen piekvermogen mag afgetopt worden tot
35% van 1,1 GWh/900h = 428kWp
Actuele netstudie
Wanneer de beheerder van het distributienet of plaatselijk vervoersnet een actuele netstudie uitvoert, mag het piekvermogen afgetopt worden tot het ‘maximaal nog aansluitbaar injectievermogen’/0.7. Wijzigt de netsituatie, dan dient de netstudie geactualiseerd en opnieuw geëvalueerd te worden. Bovendien moet er rekening gehouden worden met reeds (voorziene) ingenomen niet-fossiele injectie.
Bv. De netstudie bepaalt dat nog 280kW aansluitbaar is. Het in dienst te nemen piekvermogen mag afgetopt worden tot 280kW/0.7 = 429 kWp.
Er geldt geen PV-verplichting bij een afwijkende elektriciteitsafname. Dit wil zeggen: als er in elk van de 3 kalenderjaren vóór het kalenderjaar waarin de afnamedrempel wordt overschreden een elektriciteitsafname is op het afnamepunt én de gemiddelde afname van die 3 voorgaande kalenderjaren is minder dan 900 MWh, dan vervalt de verplichting.
Voor overheidsgebouwen vervalt de verplichting als de gemiddelde afname minder dan 225 MWh bedraagt. Als bij deze gebouwen de overschrijding plaatsvindt na 2025, vervalt de verplichting pas als de gemiddelde afname minder dan 90 MWh bedraagt.
Wanneer (een deel van) het dak wordt vervangen of gesloopt, telt deze oppervlakte niet mee voor de PV-verplichting. Hiertoe dient een aanvraag bij VEKA te gebeuren. De werken mogen pas aanvangen na betekening door VEKA. De vervanging of de sloop moeten binnen de 5 jaar uitgevoerd zijn; zoniet vervalt uitstel. Sloop moet bovendien gestaafd worden met een omgevingsvergunning (indien van toepassing).
Is de sloop voorzien na 30/06/2025, dan moet het uitstel uiterlijk 60 dagen ervoor, zijnde 30 april 2025, aangevraagd worden! Zoniet geldt de PV-verplichting alsnog.
VEKA volgt de naleving van de regelgeving op. Na een expliciete vraag van VEKA tot het aanleveren van de nodige gegevens, geldt er een meldingsplicht voor eigenaars, erfpachters of opstalhouders én afnemers van het afnamepunt dat onder de PV-verplichting valt, zoals huurders.
Bij het niet (tijdig) bezorgen van de gegevens volgt een aanmaning door VEKA. Wanneer ook hier niet tijdig op geantwoord wordt, volgt een dwangsom van €100/kalenderdag.
Is er niet voldaan aan de PV-verplichting, dan volgt een administratieve boete van €400 per kWp vermogen dat ontbreekt. Bovendien moet alsnog binnen de 2 jaar na de oorspronkelijke verplichtingsdatum voldaan worden aan de verplichting.
Gebeurt dit niet binnen de 2 jaar, dan geldt opnieuw dezelfde boete en start er telkens een nieuwe cyclus van 2 jaar tot voldaan is aan de dan geldende verplichting.
Ziet u na het lezen van deze regelgeving sterretjes in plaats van de zon schijnen?
Bij Arcade bent aan het juiste adres om na te gaan aan welke verplichting u moet voldoen en hoe u dat op de meest optimale manier kan realiseren. We analyseren uw situatie en integreren de meest aangewezen technieken om deze verplichting in te zetten als opportuniteit.